top of page
Willem Schmidt (1924-1944)

Willem Schmidt (Apeldoorn 8 februari 1924 – Buchenwald 5 augustus 1944) was medisch student. Hij woonde Boulevard 11 in Zeist. Hij was verzetsstrijder en werd gefusilleerd. Hij ligt begraven op de Erebegraafplaats in Loenen. In 1952 werd hij vernoemd in de Willem Schmidtlaan in Zeist.

Mededeling Nederlandse Roode Kruis - 2 oktober 1947

“… Tot mijn leedverwezen rust op de plicht u mede te deelen, zij het wellicht ten overvloede, dat bij mijn bureau via het Nederlandsche Roode Kruis te Berlijn het officieele overlijdensbericht is binnengekomen van Willem Schmidt, geboren 19 november 1921 te Apeldoorn. Het verscheiden heeft plaatsgevonden op 5 augustus 1944 te Sonnenburg door de S.S. gefusilleerd…”

 

Volgens hen die Willem Schmidt hebben gekend, beschikte hij over twee zeer belangrijke eigenschappen welke hem uitermate geschikt maakten voor verzetswerk, namelijk koelbloedigheid en geslotenheid. Er vielen vooral in de eerste jaren van de bezetting vele goede verzetsstrijders door loslippigheid en interessant-doenerij van anderen. Dit geldt misschien voor veel medewerkers in het verzet, maar in ieder geval niet voor Willem Schmidt. Velen kenden hem oppervlakkig, maar het was slechts een enkeling die hem leerde kennen.

 

Het begin was allemaal, zoals voor velen, heel eenvoudig. Hij hielp mee met de verspreiding van verzetslectuur en na januari 1943 was dat vooral het maandblad Trouw. Dit op het eerste gezicht vrij eenvoudige werk leverde heel wat spannende momenten op. Vooral wanneer hij met een vriend met een groot aantal Trouw-nummers of zetsel voor die krant op weg was. Er waren in die tijd veel en intensieve treincontroles van de S.D (Sicherheitsdienst). Leek hem de zaak juist en was het tegen de bezetter gericht dan kon men op Willem Schmidt rekenen. 

Op een gegeven moment was het noodzakelijk een beruchte N.S.B.-politieagent uit Zeist te elimineren. Het lukte jammer genoeg niet en deze agent heeft veel kwaad gedaan, maar toch heeft Willem Schmidt daarvoor op een stil gedeelte van de Arnhemse Bovenweg, samen met een vriend en slechts gewapend met een pistool, op wacht gelegen om deze politieambtenaar neer te schieten. De politieman kwam niet langs.

 

Bij een poging in juli 1943 om naar Engeland uit te wijken bleef hij in Rijssel in Noord-Frankrijk steken, waar hij in aanraking kwam met het pilotenwerk. Doel hiervan was om gestrande piloten naar Engeland, of na de invasie van 6 juni 1944 door de geallieerde linies heen te brengen. Met hart en ziel wijdde hij zich toen aan deze vorm van verzet en vele geallieerde vliegers ontkwamen aan de Duitse krijgsgevangenschap dank zij het werk van Schmidt. Slechts vijf maanden kon hij dit werk doen. Toen werd hij door verraad op 15 november 1943 gegrepen in België. Op 19 februari 1944 volgde zijn ter dood veroordeling en werd hij op 4 maart naar Duitsland afgevoerd.

​

Uit het proces bleek dat de bezetters uiteindelijk beangstigend goed op de hoogte waren van het pilotenwerk. De bewijsvoering vermeldt onder andere de overbrenging van 20 piloten, maar mogelijk zijn het er meer geweest. Uit vele delen van ons land werden ze opgehaald en ze verbleven ook wel in zijn ouderlijk huis te Zeist.

 

De verdienste van Willem Schmidt voor de pilotenhulp werd door Amerika erkend door de postume toekenning van de ‘Medal of Freedom’ op 12 maart 1947.

 

In het gedenkboek van de S.S.R. (Societas Studioscrum Reformatorum), waarin een artikel aan Willem G. Schmidt is gewijd, komt onder andere het volgende naar voren:

 

“De strijd voor onze geestelijke vrijheid is wel het grondmotief van mijn verzetswerk te noemen, wat eens tot uiting kwam in een gesprek over staatkundige hervormingen, nodig na de bevrijding van ons land: “Voor staatkundige hervormingen vecht ik niet en voor politiek interesseer ik me niet, maar ik vecht opdat mijn kinderen eens in vrijheid zullen kunnen leven”.

 

Bron: Nieuwe Zeister Courant

​

bottom of page