top of page
Famile De la Mare

Voorvader Joseph de la Mare schreef zijn naam met een E aan het eind.. Die schrijfwijze was reden om te zoeken naar de afstamming van familie De la Mare. Ik heb echter geen idee of Joseph van één van deze families afstamt. Ik heb de gevonden gegevens over deze familie neergezet in dit aparte hoofdstuk. Ik hoop dat iemand na mij deze gegevens kan gebruiken om voorvader Joseph te koppelen aan zijn voorgeslacht.

 

Oude geschiedenis

​

De familie de la Mare is een oude familie en vindt zijn oorsprong op het kasteel van Grand'Mare. De ruines van het dertiende-eeuwse slot zijn nog steeds te vinden bij Sainte Opportune-la-Mare tussen LeHavre en Rouen. Het water uit de vijver vulde vroeger de slotgracht, maar die gracht is er niet meer. Wel rest nog een duiventil uit de zestiende eeuw en die ziet er heel wat beter uit dan de ruïne. 

​

Zoals bij het merendeel van de Normandische families stamt ook de familie De la Mare af van de mensen die met de invallen van de Vikingen in de negende eeuw uit het noorden kwamen en van de mensen die het oude Gallië bewoonden. De naam De la Mare is mede beïnvloed door de naam van het dorpje More bij Trondheim in Noorwegen.

Na 840 richtten de Vikingen hun aandacht op het toen uiteengevallen rijk van Karel de Grote. Met hun drakenschepen voeren zij de grote rivieren op en verwoestten o.a. Rouen, Nantes en zelfs Parijs. In 911 sloot de Frankische koning Karel de Eenvoudige een verdrag met Vikingkoning Rollo (ook Hrolf) Rognvaldsson. Rollo kreeg een groot stuk land, het latere Normandië, het 'land van de Noormannen'. Rollo moest zich tot het christendom bekeren en het land beschermen tegen Viking-invallen. Rollo mocht zich hertog van Normandië noemen, trouwde met Giselle, dochter van koning Karel en was voortaan zijn leenman. De latere Willem de veroveraar stamt van hem af.

De De la Mare's stammen rechtstreeks af van Thorir Rognvaldsson, de Stille, graaf van More en Romsdahl, de broer van Rollo. Thorbard de More, zoon van Thorir was een groot zeeman en een van de commandanten van de Vikingtochten bij de verovering van Normandië. Thorbard ontving van zijn oom Rollo, het grote domein van Saint-Opportune in Normandië. Thorbard de More veranderde zijn naam in Herbert de la Mare en hij werd de eerste heer van Saint-Opportune-la-Mare.

Engeland

​

Een paar generaties later komen we Norman Fitz Guillaume de la Mare tegen. Hij zal er ongeveer hebben uitgezien als de ridder hiernaast. Hij komt voor in het Domesday Book (1086), het uitgebreide document dat in opdracht van Willem de Veroveraar (begraven in Caen, zie links) werd samengesteld. Willem wilde een compleet overzicht van gronden en hun eigenaren i.v.m. belastingheffing. Norman was feodaal heer in Normandië en eigenaar van het kasteel Grand'Mare. Zijn zonen, Guillaume, Hugue, Ralph en Roger, zegevierden onder de leiding van Willem de Veroveraar (graf zie links) over de Angelsaksen in de slag van Hastings (1066). Zij waren de eerste leden van de familie die zich in Engeland vestigden. Zij kregen gronden en mochten zich voortaan baron noemen.

Ten gevolge van migraties, oorlogen en taalontwikkeling ontstonden in de loop van de eeuwen talloze variaties op de naam De la Mare. En zo werd de naam De la Mare verbogen tot Lamare, de Mare, de Mara, Delamare, de Marre, Delamarre, Lamarr, Mair, av Maere en Lamar. Andere afstammelingen van De la Mare hebben namen aangenomen als Badewe, Baddlesmere, Monthalt, Kilpec en Dene om het eigendomsrecht van hun feodale gronden aan te duiden.

Normandië

​

Wapen 6: Onbekende Normandische familie De la Mare.
Wapen 7 hoort bij een familie De la Mare die al sinds 1716 van adel is. 
Wapen 8 behoort bij de tak uit Conches (Alençon), die al bekend is bij het onderzoek van 1666.

​

De oudste zoon van van Norman, Robert de la Mare, heer van St Opportune-la-Mare, bleef in Normandië wonen, omdat hij erfgenaam van de feodale gronden was. Het merendeel van de Franse takken stamt van hem af.

De bibliotheek van Rouen bewaart het werk van Antoine en Pierre de la Mare met o.a. hun bekendste gedicht "Lofrede op de stad Rouen en Normandië". De twee bundels uit 1667 en 1689 zijn in 1872 opnieuw uitgegeven. Alle gedichten gaan over de glorie van het door hen zo geliefde stad en streek. Antoine werd in 1590 geboren in Rosay sur Lieure, een Normandisch dorpje op 35 km van Rouen, in het kasteeltje Chêne Varin. Hij was de zoon van andere Antoine, die bij de Rekenkamer van Normandië werkte en in 1594 in de adelstand werd verheven. Voor zijn wapen: zie Lotharingen. Hij volgde juridische studies en alles wees erop dat hij zijn vader bij de Rekenkamer op zou volgen. Hij was een milieubeschermer van het eerste uur en hield ervan om al dichtend wandelingen over het landgoed van Chêne Varin te maken. Hij trouwde met Marie Madeleine Le Clerc en, na haar overlijden, in 1643 met Elisabeth de Toustain, dochter van de Heer van Honguemare. Eén van zijn dochters ging in1654 in het Benedictijner klooster van Saint Charles in Lyons wonen. Het zestiendeeeuwse klooster bestaat nog altijd en is thans gemeenteschool.

In 1661 helpt Antoine bij de stichting van de bibliotheek van de Abdij van Saint Ouen. Antoine gaf opdrachten aan Normandische kunstenaars om de kerken van Rouen te verfraaien. Een van de doeken wordt bewaard in het Musée des Beaux Arts de Rouen en stelt de Heilige Familie in Egypte voor. Het werk is als volgt opgedragen: "Gegeven aan het Augustijnen Klooster van Rouen door de Edelman Antoine de la Mare van Chêne Varin, adviseur aan de Rekenkamer van Normandië". Pierre Tellier (1614-1680) schilderde het werk in 1658. Antoine stierf op de leeftijd van 80 jaar en liet aan zijn drie kinderen een rijke bibliotheek na.

​

Pierre de la Mar schrijft over hetzelfde onderwerp. In 1632 krijgt Jean Jacques de la Mare toestemming om de mis te laten lezen in de kapel van het kasteeltje Chêne Varin. Op internet vond ik twee boeken geschreven door Jean de la Mare te Rouen. Theophile de Viau, Oeuvres du Sieur Theophile werd uitgegeven in 1628. 'l Etique ou Philosophie Morale verscheen in 1638.

​

Drie generaties van de familie De la Mar hebben in Chêne Varin geleefd. Pierre heeft zijn kasteeltje aan het einde van zeventiende eeuw aan Nicolas de Fremont, markies van Rosay, verkocht, die het tot aan de Revolutie zal behouden.. De oude woning van de dichter is nu verdwenen maar het domein (104 ha) bestaat nog steeds (zie foto hierboven).

Ook in Cavigny is een kasteel De la Mare. Het werd in de jaren 1620/1624 gebouwd door Guillaume de la Mare, rector van de Universiteit van Caen en het slot wisselde later meermaals van eigenaar. Voor het laatst werd het verkocht en verbouwd in 1822. Het bestaat nu uit een centraal gebouw met een koetshuis. Achter het kasteel is een kleine kapel te vinden.

Bourgondië

​

Een lastige familie om te onderzoeken. Voorlopig heb ik al drie families met een Philibert in de stamboom, die ik niet aan elkaar kan koppelen.

Philibert de la Mare 1615-1687

​

Hij was sinds 1637 adviseur van het Bourgondisch parlement in Dijon, dus al vanaf 22-jarige leeftijd. Hij was verzamelaar van oude boeken en manuscripten en schreef ook zelf. Hij trok zich in 1682 terug uit zijn gerechtelijke functies en ging wonen in Couternon, waar hij al in 1654 een huis (1)had laten bouwen. De woning zal later ingrijpend worden veranderd. In de achttiende eeuw wordt het een kasteel in Lodewijk XV stijl. Philibert, die regelmatig gronden bijkocht, bezat een schitterende verzameling Romeinse antiquiteiten, die gevonden waren in o.a. Dijon en Autun.

Na de dood van Philibert wordt er in 1690 een kasteel (2), omgeven door een slotgracht gebouwd, maar het is mij niet bekend of dit tweede kasteel eigendom is van een De la Mare. De gevel die uitkijkt op het park is in Lodewijk XIII-stijl, de gevel aan de dorpskant is Lodewijk XIV-stijl. Huis en kasteel zijn verbonden door een prachtige laan. De bijzondere tuin is van de hand van Lenotre. 

Zoon Philippe behield na de dood van zijn vader de bijzondere bibliotheek, maar na diens dood in 1719 werden boeken en manuscripten verkocht aan de Koninklijke Bibliotheek van Parijs. Verschillende manuscripten bleven in Dijon, maar nadat ze een aantal malen van eigenaar waren gewisseld werden ze in 1790 samengevoegd in de Koninklijke Bibliotheek. In de catalogus van genoemde bibliotheek vind je de De la Mare-verzameling terug. Er wordt gedacht dat alleen de nummers 1599 en 6170 door Philibert zelf werden geschreven.

Op het duidelijk herkenbare De la Mare-gebied is inmiddels een straat met moderne huizen gebouwd: Rue Philibert de la Mare (3)

 

Een tweede Philibert werd ook 73 jaar, maar overleed in Dijon in 1680. Ook hij was advocaat aan het Bourgondisch parlement en ook hij was auteur.

​

Het meeste weten wij van een derde familie, die we in het begin van de vijftiende eeuw in Oisy tegenkomen en die later in Beaune gaat wonen. De familie is afkomstig uit Charollais.

In de zesde generatie komen we Philibert en Pierre tegen. Zij worden in 1585 in de adelstand verheven en gaan het wapen voeren met de chevron (de omgekeerde V) en de drie schelpen. Verscheidene burgemeesters van Beaune komen uit deze familie. In de tiende generatie komen we weer een Philibert tegen (1681-1754). Zijn vrouw Agatha sterft 2 dagen na de geboorte van haar veertiende (!) kind in 1731. Van de oudste zoon Philippe-Philibert, adviseur van het parlement, is een penning met het familiewapen uit 1739 (zie links) bewaard gebleven. Lijfspreuk: nec spes, nec metu, Hoop doet leven. 

De afgebeelde gedenksteen is aan hem gewijd. Hij is, net als zijn broer Philibert kanunnik en later deken van de Notre Dame. Zijn broer Pierre, die met zijn volle nicht Catherine trouwt, bouwt het huis, dat nog steeds op Rue Lorraine 35 in Beaune te vinden is. Het huis heeft een bijzondere vroeg-neo-classicistische buitentrap, die zeldzaam in in Beaune en naar de mooiste kamers van de woning gaat. Er tegenover is de diensttrap, die ook zeer de moeite waard is om te zien. Broer Jean Baptiste erft het huis in 1789 en verkoopt het nog in hetzelfde jaar (Franse Revolutie) aan twee wijnhandelaren. Sinds 1921 is de woning eigendom van de stad Beaune die er de Academie voor Schone Kunsten heeft gevestigd.

Burgemeesters van Beaune 

​

Philibert de la Mare1583-1585

Pierre de la Mare1596-1598

Pierre de la Mare1599-1602

Pierre de la Mare1607-1608

Pierre de la Mare1611-1613

Philibert de la Mare1615-1617

Guillaume de la Mare1619-1621

Etienne de la Mare1641-1643

Etienne de la Mare1599-1602

Etienne de la Mare1607-1608

Etienne de la Mare1611-1613

Jean-Bapt. de la Mare1676-1678

Philibert de la Mare1689-1691

Bretagne links Op 19 augustus 1511 wordt Francois de la Mare geboren. Hij wordt Heer van La Ville-Hervé, van Vauvert en van Porpilly. Zijn kleindochter Anne trouwt met Alain Arnoul, edelman, Heer van La Laige en daarmee verdwijnt de naam De la Mare. Hun dochter Francoise Arnoul wordt geboren in Planguenoual 


Champagne rechts Adellijke familie De la Mare sinds 1668.

Parijs links Nog niets van bekend
Savoie rechts De familie De la Mar uit Bugey. Uitgestorven in 1758

Italië

​

Men denkt dat leden van de familie de la Mare uit Normandië in 1041 deelnamen aan de invasie van Zuid-Italië, geleid door Tancred de Hauteville. Die Italiaanse tak ging zich Della Marra noemen. Het eerste familielid dat we kennen was een zekere Girardo della Marra (Girard de Marra). Hij was Normandisch baron van het gebied van Ravello, een plaatsje ten zuiden van Napels. Hij werd vermeld in 1110, toen hij probeerde zijn gebieden uit te breiden. In het jaar 1140 vergrootte Robert della Marra zijn gebieden. Hij vestigde zich in het gebied van Barletto aan de Adriatische Zee en in Messina op Sicilië. Robert was een machtige baron onder de Normandische regering van Koning Roger II van Sicilië. De familie overleefde de val van het koninkrijk Sicilië rond 1190 en wist haar grondgebieden te behouden. Vanaf die tijd dienden ze hun nieuwe meesters van Hohenstaufen en daarna de Engelse koningen van het huis van Plantagenet. De familie neemt een belangrijke plaats in in de geschiedenis van Zuid Italië en Sicilië in de 15e en 16e eeuw.

Lotharingen, Duitsland

​

De Duitse takken van de familie vestigden zich eerst in Lotharingen, in Verdun, daarna in Pruisen en verspreidden zich vervolgens door het hele Duitse Rijk.

Een andere tak van de familie vestigde zich in Denemarken en de Braziliaanse tak stamt van hen af. Ten slotte, de Canadese en Noord-Amerikaanse takken komen uit Groot-Brittannië en Frankrijk.

Zwitserland

​

De la Mare is een burgerfamilie die terug gaat op Pierre 'de Mara', overleden vóór 1469, en Janin 'de Mara', rondgaand lakenwever op 29 maart 1482. De broers Etienne en Jean de la Mare werden in de adelstand verheven op 26 juni 1513 door de hertog van Savoie Charles III. Etienne werd of was Heer van Vanzier, en werd volksvertegenwoordiger in 1519.De familie nam actief deel aan de onlusten in Geneve.

Hun belangrijkste leden accepteerden niet de heerschappij van de Calvinistische partij en verlieten daarom de stad. Henri-Philippe de la Mare was in 1536 predikant in Geneve maar had een moeizame verhouding met Calvijn. In 1543 werd hij gedegradeerd tot predikant van Jussy, een dorpje waar kerk en pastorie er als een ruïne bijlagen. In 1546 werd hij zelfs ontslagen. Hij vertrok naar het gebied van Bern, waar hij in 1555 predikant werd in waarschijnlijk Ternier.  Over hem is in 2009 een roman verschenen: Heilig vuur, door Frans Willem Verbaas. Pierre de la Mare (zijn broer?) was in 1548 lid van de Raad van Tweehonderd. Hij zegde zijn burgerschap van Geneve op en trok zich terug in Merlinge, ook in het gebied van Bern. Tijdens de bezetting van Bern werd hij in de adelstand verheven. Hij stierf in 1581 en daarmee stierf het geslacht De la Mare uit. De dochter van zijn zuster was getrouwd met Jean Baptiste de Morinis. Die nam in 1581, bij het overlijden van Pierre, de naam De la Mare aan en daardoor leefde de naam weer voort.

De kans is aanwezig dat familie 1 afstamt van één van bovenstaande families. Of zouden er ook nog niet-adellijke families te vinden zijn? Van arbeiders en boeren zijn immers weinig gegevens bewaard gebleven.

bottom of page