top of page
Salom de la Mar (1784-1870)

Salomon de la Mar (Amsterdam 6 augustus 1784 - Amsterdam 10 februari 1870), commissionair en boekhouder, zoon van Masahod de la Mar en Rachel Mendes da Costa. Hij huwde Esperança Machielse en samen kregen ze 13 kinderen.

Salom werd als tweede kind geboren in het gezin van Masahod, de ambassadeur van de keizer van Marokko. Hij groeide op aan de Herengracht. Na zijn huwelijk ging hij op de Prinsengracht wonen. Salomon woonde rond 1852 op Kerkstaat 61. Ook zijn zoon Abraham, die in 1856 trouwde, woonde daar.

​

Het pand Kerkstraat 61 is gebouwd in 1758 Het is een koetshuis met een klokgevel. Het hoorde bij het huis van een rijke koopman op de Keizersgracht 524 en is er eigenlijk de achteruitgang van. Oorspronkelijk woonde de koetsier in het huis. Hij beheerde de paarden en de koetsen. Het huis heeft nog steeds grote houten deuren voor de koetsen en is vrij ondiep. De achtergevel is mooier dan de voorkant want op de achterzijde keek de koopman uit.

Salom was commissionair. Zijn geloof was Portugees-Israelitisch. Hij wilde trouwen met een Askenaïsche Jodin. Dat was verboden en het synagogebestuur gaf er geen toestemming voor. In een rekest vroeg Salom toestemming aan Koning Lodewijk Napoleon om te mogen huwen in de synagoge. De minister van Erediensten adviseerde dat de belemmeringen om in de synagoge te trouwen moeten worden beschouwd als 'strijdig met 's lands wetten en met de liefde en eendragt, die er tussen mensch en mensch en tussen geloofsgenoot en geloofsgenoot diende te bestaan'. Op 2 september 1809 vaardigde de koning een decreet uit, waarin de belemmerende regels bij huwelijken werden afgeschaft. Vanzelfsprekend kwamen er veel protesten van het synagogebestuur, en voorlopig kreeg de gemeente dispensatie. Maar al twee maanden later kwamen er nieuwe richtlijnen en op 24 november van hetzelfde jaar traden Salom en Esperançe toch in het huwelijk. Esperança was pas 17 jaar. Hun eerste kind was al geboren en het tweede was onderweg. Samen zouden ze maar liefst 13 kinderen krijgen.

"Esperançe, luister eens". Hijgend komt Salom het huis binnen. "Ik heb het zojuist gehoord. We kunnen trouwen, eindelijk. Gemengde huwelijken mogen worden ingezegend door een student van de Medras." Hij wil samen met haar een rondedansje maken, maar ziet haar dikke buik en houdt zich in. "Morgen ga ik naar de paranassim om het te vragen". Esperança glimlacht alleen maar en gaat verder met haar werk.

Salom trouwde met Esperança Machielse. Machielse ('Machielzoon') is een patroniem, een vadersnaam. Oorspronkelijk wisselde de naam per generatie. De vader van Esperança Machielse heette Machiel Abrahams en haar grootvader dus Abraham.

​

Ik las dat Koning Willem I besloot om 5 Portugees Joodse families op te nemen in de adelstand, waaronder familie De la Mar. Dit kan niet juist zijn. Er is nooit een familie De la Mar opgenomen geweest in de Nederlandse adel. Mogelijk heeft zij wel een aanvraag hiervoor ingediend en dan zou hierover correspondentie te vinden moeten zijn in het archief van de Hoge Raad van Adel.  Er zijn maar 3 Joodse families in de Nederlandse adel opgenomen: Salvador, Lopez Suasso en Teixeira de Mattos.

bottom of page