top of page
Pembroke

Het plaatsje Glen Cove ligt aan de New York Sound. Het was ooit de 'Goudkust' van New York. Ook Joseph de la Mar en zijn New Yorkse overbuurman John Morgan hadden er een woning. De woning van Joseph heette Pembroke. Volgens kenners was het het spectaculairste huis van de omgeving. In 1968 werd het gebouw gesloopt. Nu is het terrein volgebouwd met prachtige villa's en er is weinig bewaard gebleven van al het moois, dat Joseph liet maken. In 2009 bezochten we het fotoarchief in de bibliotheek van Glen Cove en werden we anderhalf uur lang rondgeleid over het voormalige gebied van Joseph. Het was een heel bijzondere dag.

​

​

Toen en nu....

 

Pembroke, het terrein

Je reed het enorme terrein (bijna 200.000 m2) op door een prachtige toegangspoort met de naam ‘Pembroke’. Naast het grote hek waren kleine hekjes met een smeedijzeren letter D, natuurlijk de D van Delamar. Aan beide zijden van de slingerende toegangsweg stonden zeldzame bomen, die de bezoeker voorbereidden op meer buitengewone zaken. Vooral het grote aantal trompetbomen (catalpa’s) met de hartvormige bladeren zullen indruk gemaakt hebben. Het waren bomen van 15 tot 18 meter hoog, die zeker in de bloeitijd een sieraad waren voor het oog. 

 

Je naderde de woning aan de oostelijke zijde bij een prachtige verdiepte voorhof. De ‘Sunken Garden’ was omgeven door bloembedden en doorsneden met paden. In het centrum was een rechthoekige vijver met zeldzame waterplanten rond een fontein. Er stonden marmeren tuinbeelden en de hof werd aan één kant afgesloten met een theepaviljoen.

Ook aan de waterzijde van de woning was een hof. Die werd afgesloten met een prachtige balustrade. Je betrad het huis via trappen, langs beelden en een mooie fontein. Er liep een sierlijke trap omlaag naar het privé-badpaviljoen met de schitterende daktuin, het privé-haventje en de stenen pier. In het botenhuis lagen een groot jacht een verscheidene motorboten. 

Aan de noordzijde van het tropische palmenhuis was een tennisbaan en een goedverzorgde appelboomgaard. Er waren op het terrein grote plantenkassen. De prachtige Japanse tuin, met vijvers en bruggetjes, was een lust voor het oog. Vlak daarbij waren de garages, de stallen, de dienstverblijven en de 10-verdiepingen watertoren, die zorgde dat er altijd voldoende water was.

Pembroke, het woonhuis

De witte façade van het huis (maar liefst 5500m2) werd bekroond met een balustrade om een dakpaviljoen. Aan drie zijden van de woning waren schitterende ruime terrassen, die ervoor zorgden dat je op elk uur van de dag in de zon of in de schaduw kon zitten. En overal rondom het huis zag je urnen met tropische planten.

​

De hoofdingang aan de oostkant werd overdekt door een luifel van glas en ijzer. Je betrad het huis door een marmeren vestibule. Aan elke zijde was een nis met een klassiek beeld, dat van achteren werd verlicht. De Franse-Renaissance-ontvangsthal (30 bij 15 meter!!) zag eruit als de grote oude filmtheaters uit het eind van de negentiende eeuw. Een grote schoorsteenmantel domineerde één muur. Er stonden marmeren beelden, houtsnijwerk-meubelen en de speeltafel met de klavieren van het Acolian pijporgel. Joseph was een begaafd organist. De vergulde meubels doen ons denken aan de Franse Bourbontijd. Vanuit de hal had je via de grashellingen een prachtig zicht op het water van de Long Island Sound. 

​

Al de kamers op de begane grond waren groot en ingericht om honderden gasten te vermaken. De wanden waren vaak behangen met gobelin of hadden muurschilderingen. Aan de zuidzijde van de ontvangsthal waren o.a. het bureau en de biljartkamer, beide met een ornamentkroonlijst en een parketvloer.

​

Aan de noordkant waren de eetkamer en de ontbijtkamer met spiegelwanden. Een buitengewoon glas-in-lood-plafond vulde de kamer met licht, terwijl grote ramen zicht gaven op de tuinen. Aan beide zijden van het venster waren interessante glas-in-lood ramen te zien. Aan deze kant waren ook de keuken, de pantry en de bedienden-eetkamer. De loggia strekte zich uit over bijna de hele lengte van de westvleugel en was gemeubileerd met rieten meubels. Planten in prachtige potten stonden er op marmeren voetstukken.

Een brede trap aan de oostkant van de hal leidde naar de verdiepingen. Naast de trap was een lift. Halverwege de trap, op een brede overloop, was een pijporgel verborgen achter grote vlechtwerk panelen. Maar het mooist op de trap was het Tiffany glas-in-lood dat de voormalige mevrouw Nellie de la Mar-Sands voorstelde.

​

In de zuidoosthoek van de begane grond en op de volgende verdiepingen waren de 12 slaapkamers, ook weer in Renaissancestijl, een stijl die je terug vond in het hele huis. Er waren afzonderlijke slaapkamers en slaapkamers en suite. Elke kamer had een eigen badkamer, voorzien van alle gemakken met de modernste voorzieningen. Aan de zuidkant van de gang op de eerste verdieping liep je door dubbele schuifdeuren naar een smallere gang met twee slaapkamers en suite, met 2 kleedkamers en 2 badkamers met buitengewoon grote kasten. Aan de westkant van de gang, tegenover de trap waren slaapkamers voor gasten en personeel, ook elk met een eigen badkamer. De belangrijkste slaapkamers op deze verdieping hadden lambrisering, overvloedig gedecoreerde kroonlijsten en parketvloeren.

​

Op de tweede verdieping waren kamers voor gasten, de kamer voor de housekeeper en een naaikamer. Verder waren hier de verblijven voor het personeel. Door het hele huis waren er bijzondere verrassingen. Zo vond je op het dak een pergola temidden van een kleurige daktuin. In de kelder waren voorzieningen die noodzakelijk waren om met een grote groep bedienden voor zo’n enorm huis te zorgen. Je vond er bovendien de wasserij, wijnkelder, kolenopslag en verwarmingsapparatuur.

Pembroke, de wintertuin

Vanuit de ontbijtkamer liep je door een gang van 25 meter tussen exotische planten door naar de wintertuin. Aan weerszijden van de corridor waren deuren, die van buiten bewaakt werden door marmeren figuren.

​

De kruisvormige tropische wintertuin was bijna 4000 m2 groot. Het was toentertijd de grootste privé glazen serre van de wereld. Er was een flinke collectie zeldzame palmen en er waren bomen die ruim 10 meter omhoog staken tussen de tropische bloemen en planten. Er vlogen prachtig gekleurde exotische vogels rond en hun geluid werd vermengd met het ruisende water van de waterval en de beek. Een uitgebreid elektrisch systeem was ontworpen om het palmenhuis met het zwembad ’s nachts te verlichten. Vanaf het water leek de koepel ’s nachts wel een glinsterende diamant aan het hemelgewelf.

Joseph kijkt om zich heen in de prachtige serre. Ja, het is helemaal geworden, zoals hij zich had voorgesteld. Dit is het huis geworden waar Alice zich thuis moet voelen. Dit is de woning waar zijn dochter zal wonen, straks als hij er niet meer is. 
Hij kijkt naar de vogels, die door de serre vliegen. Zo vrij heeft hij zich ook gevoeld. Zo vrij als een vogeltje. Alles, hij heeft alles bereikt wat een mens maar wensen kan. Met alleen reisgeld vertrok hij van Nederlands Mettray naar Amsterdam. En nu hoort hij bij de 41 Amerikanen met een inkomen van meer dan twee miljoen dollar per jaar. Tevreden mag hij terugzien op zijn leven. 
Dan gaat hij zitten en kijkt voor zich uit. Hij voelt zich moe.

Aan de noordzijde was een geheimzinnige grot, uitgerust met stalactieten, die eruit zagen als scherpe tanden in een geopende bek. De stenen ervoor waren geïmporteerd uit de Caribische Eilanden. Het standbeeld van een naakte vrouw stond in het ondiepe water en werd weerkaatst door een spiegel die diep in de grot was geplaatst. Het water kletterde langs het rotsachtige oppervlak omlaag en vloeide in een beekje dat door het palmenhuis slingerde. Er waren 2 prachtige metalen bruggen om het water over te steken. Boven de grot hing aan een ijzeren ketting een reusachtige groene glazen Tiffany globe met twee lila vlinders.

​

In het centrum, onder de koepel van 2 verdiepingen,(18,5 meter hoog!), was een rond wit betegeld zwembad, met op de binnenrand Romeinse mozaïekpatronen. In het midden van het bad stond op een verhoging een paviljoen, gemaakt van metaal met prachtige ornamenten en een koepelvormig glazen dak in Tiffany-stijl. Een metalen voetbrug verbond het paviljoen met de paden buiten het zwembad. Om het zwembad was een metalen leuning rond een galerij vanwaar af de gasten in het bad konden duiken. Maar je kon ook via een trapje naar het water gaan. Bij de wintertuin was in een aparte vleugel het Australische plantenhuis. Er was ook een orangerie waar exotische fruitbomen zoals sinaasappelen, grapefruits en bananen groeiden.

​

Omdat het gebouw tegen een helling was gebouwd, kon er onder een deel van het gebouw een extra verdieping worden gemaakt. In een hoek van de wintertuin ging een wenteltrap omlaag naar de filmzaal met zijn pluchen stoelen van rood fluweel en zijn goudgezoomde gordijnen. De muren waren beschilderd met afbeeldingen uit stomme westernfilms zoals “The Sheik” en films van Charlie Chaplin. Om de gasten te vermaken waren er ook een gymzaal, een squashbaan, een schietbaan en een bowlingbaan. In een ander gedeelte van de kelderverdieping was de verwarmingsinstallatie, die nodig was voor het plantenhuis en stonden de pompen met de tanks voor de waterval. Tevens vond je hier een aantal bergingen.

Pembroke, de latere jaren

Na het overlijden van Joseph erfde dochter Alice het landgoed. Zij stelde een beheerder aan maar ging er zelf niet (of heel weinig) wonen. Pembroke werd korte tijd illegaal gebruikt door Waxey Gordon, een New Yorkse gangster. Tijdens de Drooglegging in de twintiger jaren werd net buiten de driemijlszone alcohol verhandeld door de ‘Rumrunners’. Pembroke met zijn stenen pier was een ideaal losstation.

​

In 1924 kocht Marcus Loew de woning. Hij was een van de oprichters van de MGM-studio's. De dienstverblijven werden verbouwd tot filmtheater en er kwam een ander strandpaviljoen. Na zijn dood in 1927 werd het huis bewoond door zijn zoon Arthur, die ook het erfenisgedeelte van zijn tweelingbroer David afkocht. Door de jaren heen bezochten filmsterren de woning. Gloria Swanson en Elizabeth Taylor waren regelmatige bezoekers en de laatste bracht in 1964 haar honeymoon door met Richard Burton in het nieuwe strandpaviljoen.

​

Op verzoek van zijn derde vrouw Jacqueline verhuisde Arthur Loew in datzelfde jaar (of al in de vijftiger jaren?) naar een kleiner huis aan het water. Pembroke kwam leeg te staan en werd verwaarloosd. In verband met vandalisme werden de ramen en deuren op de begane grond dichtgemaakt met cement. In 1968 werd Pembroke gesloopt. Na Arthurs dood in 1977 vertelde Jacqueline: “Het was enorm duur om de woning te onderhouden en regelmatig werd er van alles vernield door vandalen. Arthur hield van de woning en liet hem met pijn in zijn hart slopen”.

​

Mevrouw Loew verkocht het huis en de terreinen aan een beleggingsgroep, die het weer doorverkocht aan Dr. Hossein Gahdimi, een kinderarts en voedingsspecialist. Dr. Gahdimi wilde een kliniek vestigen voor patiënten met dieetproblemen. Hij ging in het Loewhuis wonen, maar kreeg niet de nodige vergunningen voor zijn plannen. Alles werd daarom voor $ 8,1 miljoen doorverkocht aan de projectontwikkelaar Spectrum Skanska, op voorwaarde dat Ghadimi een woning zou kunnen kopen aan de waterkant. Spectrum Skanska ontwierp een dag-en-nacht-bewaakte leefgemeenschap.

Pembroke, tegenwoordig

Tegenwoordig heet het Pembroke-terrein de Legend Yacht & Beach Club. Er werden 46 exclusieve woningen gebouwd met een oppervlakte van 250 tot 450 m2. De architect ontwierp 8 verschillende typen met 3 tot 5 slaapkamers. De huizen kostten tussen de $ 750.000 en de $ 2 miljoen en doen denken aan de Newport Rhode Island huizen rond 1920. Er is een eigen haven, een eigen strand, een zwembad en een tennishal.

​

Het theehuis en het voormalige pomphuis met de terracotta dakpannen werden gerestaureerd. De oude dienstverblijven werden verbouwd tot een woning met 6 slaap- en badkamers. Ook de stenen pier, de oude toegangspoort en de watertoren laten nog iets zien van de glorie van vroeger.

bottom of page