top of page
Geschiedenis van Amerika

De glorieuze carriere van Joseph de la Mar laat zich beter begrijpen als hij wordt geplaatst in de Geschiedenis van de Verenigde Staten. Joseph wordt tot Amerikaan genaturaliseerd in Boston op 9 mei 1872. Hoe zag het land er toen uit?

​

In 1865 wordt in het land vrede gesloten na een burgeroorlog, die 620.000 gesneuvelde soldaten achterlaat. Het noorden heeft gewonnen en is tijdens de oorlog rijk geworden. In het westen wordt goud en zilver gevonden, maar ook tin, lood, koper en olie. De spoorwegen maken de trek naar het westen eenvoudiger en een stroom van nieuwe uitvindingen gaat van start. Tussen 1860 en 1870 groeit het aantal fabrieken met 80% en wordt er 30.000 km rails gelegd.

​

De corruptie viert hoogtij, ook bij de regering, ook bij de presidentsverkiezingen. Senatoren worden omgekocht en de tarieven blijven kunstmatig hoog. De grote heren gooien elkaar het balletje toe: Voor wat, hoort wat. De mensen met de meeste dollars hebben de macht. Er worden nieuwe goudadres ontdekt en er komen nieuwe industrieën. Er zijn veel arbeiders nodig en die stromen binnen uit de armste delen van Europa. Zij blijven geloven in de American Dream. Schoolboeken verheerlijken de mensen, die dank zij hun doorzettingsvermogen slagen in het zakenleven. Succes en fortuin zijn tekenen van de Voorzienigheid en Rockefeller zei zelfs: God schonk mij mijn vermogen.

 

Grote kapitaalkrachtige bedrijven slokken alles op. William Henry Vanderbilt (1821-1885, spoorwegen), Andrew Carnegie (1835-1919, US Steel Company) en John D. Rockefeller (1840-1937, Standard Oil Company) bouwen aan hun enorme vermogens. Vanzelfsprekend zijn zij, evenals Joseph de la Mar, Republikein. Hun presidenten houden de invoertarieven hoog en steunen de grote bedrijven. De trusts regeren het land. Zij immers hebben de complete productietak in handen zodat alle concurrentie uitgesloten wordt. Alle kleine fabriekjes verdwijnen of worden opgekocht. Tussen 1860 en 1890 stijgt de bevolking van de VS van 31 tot 76 miljoen. Er is een hoog geboortecijfer, maar ook zijn er 14 miljoen immigranten. New York, Chicago en Philadelphia zijn al miljoenensteden. En de goedkope arbeidskrachten blijven toestromen.

​

In 1885 wordt Cleveland president. Hij is de eerste democraat in 24 jaar en hij ziet het gevaar van de trusts. Hij verlaagt de tarieven op invoer, zodat de trusts concurrentie kunnen krijgen. Het gevolg is dat de republikeinen de volgende verkiezingen winnen en Benjamin Harrison komt in het Witte Huis, dankzij de financiële steun van de rijken. De trusts worden dus weer beschermd, de invoertarieven gaan weer omhoog en het grootkapitaal krijgt weer een stevige greep op de regering. 

​

Joseph is bevriend met Russell Harrison, de zoon van de president. Het is bekend dat die veel voor Joseph lobbyt. Op zijn beurt zal Joseph de republikeinse presidenten financieel hebben gesteund. In 1892 geeft Joseph een schitterend diner ter ere van Russell Harrison, gevolgd door een receptie voor bijna 200 gasten. Joseph was in New York bekend om zijn dinner-parties.

 

Cleveland, Harrison en McKinley

​

Het gaat slecht met de economie en de republikeinen worden verantwoordelijk gesteld. Cleveland wordt weer president, maar er komt geen verbetering in de werkloosheid. De democraten willen economische rechtvaardigheid en een einde aan de invloed van het grootkapitaal op de regering. Maar de rijke republikeinen betalen de verkiezingscampagne (Er is 7 miljoen dollar in kas) van McKinley en winnen de verkiezingen toch. Vanaf 1897 hebben de republikeinen het weer jaren voor het zeggen. De vermogens worden weer groter. Aan het eind van de eeuw zijn zo'n 4000 Amerikanen miljonair. Wel steken zij een deel van hun fortuin in liefdadigheid en onderzoeksinstellingen.

​

Maar het zaadje van de tegenstand is gezaaid en de komende jaren zal er iets veranderen. Er komt een vakbond, er komt overleg tussen werkgevers en werknemers. Het machtige Standard Oil krijgt een boete van $ 27 miljoen en de spoorwegen worden gedwongen een redelijker beleid te voeren.

 

bottom of page